De tuintafel van mijn moeder gemaakt door mijn broertje, het gedicht van mijn vader en de foto van mij.
Een sneeuwklokje in al haar blootheid.
Verwarde wortels, een best lijf en een iewat beschadigd en hangend kopje.
Je zou denken door de situatie maar ik zie eigenlijk nooit een sneeuwklokje met opgeheven kopje.
Ik denk dat het sneeuwklokje is wat het is (en dan heb ik het maar niet over de helleborus die er naast stond).
Nog even en dan is het voorjaar.
Dan is het weer even afgelopen met de sneeuwklokjes.
Ben heel blij met het "bloemetje van Jan"
Jan is Potzenmaker in Drachten. Zoek hem eens op op facebook, hij publiceert daar schitterende gedichten. Op zijn site www.janketelaar.nl is zijn beeldend werk te zien.
Een gedicht van Willem Wilmink. Ik kwam het "toevallig" tegen toen ik op zoek was naar een ander.
Angst voor geluk
Soms in de nacht als je naast me ligt,
als je naast me ligt met je meidengezicht,
dan heb ik je weer zo lief.
En ik denk met trots aan ons kleine gezin,
en ik denk: er zit wel samenhang in,
het biedt wel perspectief.
Daar komen nare gedachten van:
dat het zo niet altijd maar duren kan,
het is allemaal veel te fijn.
Nu is mijn bedje wel gespreid,
maar deze kinderen, deze meid
zijn te mooi om waar te zijn.
Wat maken we misschien nog allemaal mee,
misschien ga jij met een ander in zee,
met een zwaarbehaarde man.
Of slepende ziekte of ander kruis
komt over de wereld of over ons huis,
en maakt er een puinhoop van.
Dat denk ik dan. Maar de volgende dag
geeft een ruzie die er wezen mag,
een fraai stuk burengerucht.
En al die gedachten, mijn lekker stuk,
aan ziekte en ontrouw en ongeluk
slaan ratelend op de vlucht.
Willem Wilmink
schilfers laten los
voeren mee op de wind
naar een nieuwe bestemming
soms ‘n beetje bloed
een vermoeiende ontsteking
rijpend en kloppend
totdat na een tijdje:
uitgepust en uitgerust
krabben aan het verleden
verdraag ik de pijn
met de hoop dat straks de jeuk
over zal zijn
.